(Foto Isabella Koster)

Femicide onderzoeker Jolien van Breen: 'Vrouwen lopen thuis het grootste risico'

“Er is in Nederland gewoon geen goede databron voor informatie over femicide”, zo opent Jolien van Breen vastberaden het gesprek. Van Breen maakt deel uit van een team van Leidse onderzoekers onder leiding van hoogleraar Veiligheid en Interventies, Marieke Liem, dat werkt aan de oprichting van een landelijke database: de ‘Femicide Monitor’. Volgens de onderzoekers is dit hard nodig om beter inzicht te krijgen in het fenomeen.

In 2023 werden er wereldwijd 51.100 vrouwen door hun (ex)partner of door een ander familielid vermoord, schreven Womens Inc. en United Nations Nederland eerder deze week nog op hun Instagram. En tot vorige maand was in Leiden de reizende tentoonstelling ‘FEMICIDE’ te zien, die ondertussen in Den Haag is gearriveerd. Het probleem krijgt steeds meer publieke erkenning, toch is betrouwbare informatie schaars.

Hoewel femicide wereldwijd – en in alle lagen van de samenleving – voorkomt, was het jarenlang een onderbelicht onderwerp. Met name via sociale media is er de laatste jaren echter veel aandacht voor ontstaan, en uiteindelijk vond het ook zijn weg naar de traditionele media. Zo werd de bekende zin ‘elke acht dagen wordt er een vrouw vermoord in Nederland’, regelmatig in nieuwsberichten herhaald, maar waar komt die data eigenlijk vandaan vraagt van Breen zich af.

Betrouwbare data
Op dit moment ontbreekt er namelijk een centrale plek waar gegevens over femicide systematisch worden verzameld. Onderzoekers moeten de informatie vaak bij elkaar sprokkelen. Met de groeiende maatschappelijke aandacht voor het onderwerp is het echter juist cruciaal om over correcte en betrouwbare data te beschikken. Naast verhalen van nabestaanden en individuele zaken, is het belangrijk om iets te kunnen zeggen over het grotere geheel vindt van Breen.

Het is de bedoeling dat de femicide monitor deze leegte gaat vullen. Het platform wordt een betrouwbare bron waar bijvoorbeeld journalisten en andere onderzoekers toegang hebben tot data van hoge kwaliteit, geanalyseerd door experts. Het alternatief is nu namelijk dat mensen zelf het internet af gaan struinen opzoek naar cijfers. “Soms gaat dit goed hoor”, geeft van Breen toe, “maar soms ook niet, en dan ontstaat er een vertekend beeld van de werkelijkheid.

Cijfers kunnen snel verkeerd geïnterpreteerd worden, femicide is namelijk een complex en multidimensionaal begrip. Hoewel Nederland al een databank heeft voor moord- en doodslag, biedt die niet altijd inzicht in femicide. Je kunt in de databank wel informatie vinden over zaken met vrouwelijke slachtoffers, maar dat betekent niet dat het automatisch femicide betreft. “Soms heb je bijvoorbeeld een zaak waarbij een vrouw wordt vermoord als onderdeel van een roofoveral, maar dat is niet perse femicide”, vertelt van Breen.

Gender
Traditioneel gezien ligt het cruciale verschil in de motivatie achter de moord. Bij femicide wordt een vrouw vermoord omdat ze vrouw is; gender is hierbij een doorslaggevende factor. Maar hoewel deze definitie op het eerste gezicht eenvoudig lijkt, ligt het volgens Van Breen in de praktijk een stuk ingewikkelder. Hoe kun je weten of iemands gender een rol heeft gespeeld?  “Waar trek je de grens van waar gender een rol heeft gespeeld?” vraagt ze zich af.

Onderzoek richt zich vaak op partnergeweld, omdat dit de grootste groep slachtoffers betreft: vrouwen die door een mannelijke partner om het leven worden gebracht. Maar zelfs in deze situaties blijft het ingewikkeld te bepalen in hoeverre gendernormen een rol spelen.

Femicide is namelijk niet begonnen als wetenschappelijk term. De term kreeg voor het eerst bekendheid in de jaren 70, toen feministen bewustheid wilden creëren rondom genderonderdrukking. In recente jaren is het gebruik ervan enorm toegenomen, vooral via sociale media. Dat zorgt volgens van Breen voor een uitdaging, hoe vertaal je deze maatschappelijke term naar een wetenschappelijke definitie? “Nu er zoveel interesse is in femicide, wordt de term steeds vaker in het academische werkveld gebruikt,” legt ze uit.

Vrouw-zijn
Volgens Van Breen zijn er twee belangrijke manieren waarop gender een rol kan spelen binnen femicide. Ten eerste kan een dader specifiek een vrouw kiezen omdat zij er als een vrouw uitziet, zoals bij seksuele moorden vaak het geval is. Ten tweede spelen culturele normen en verwachtingen rond vrouw-zijn vaak een rol. “Het gaat dan bijvoorbeeld om het gedrag dat mannen van vrouwen, en met name van vrouwelijke partners, verwachten,” licht ze toe.

Als voorbeeld geeft van Breen een situatie waarin een vrouw wilt scheiden, terwijl haar partner dit niet accepteert en dit uiteindelijk tot moord leidt.

Deze dynamiek tussen mannen en vrouwen is volgens haar cruciaal om femicide te begrijpen. Het probleem zit verweven in de maatschappij. “Uiteindelijk hebben we het over dezelfde processen die leiden tot de loonkloof of straatintimidatie,” legt ze uit. “Het komt neer op systematische achterstelling van vrouwen, waarbij andere normen en verwachtingen gelden voor vrouwen dan voor mannen.”

Femicide is daarmee een extreme uiting van een veel groter probleem dat diep in onze samenleving is verankerd. Het draait niet om een conflict tussen twee buren over een heg, benadrukt Van Breen. “In essentie gaat het over hoe de hele maatschappij in elkaar zit.”

“Er is een gezegde: vrouwen lopen thuis het grootste risico. En in grote lijnen klopt dat ook”. De meeste schokkende verhalen in de media, zoals een vrouw die van haar fiets wordt getrokken en vermoord door een vreemde, zijn niet perse representatief voor femicide. Statistieken laten zien dat vrouwen veel vaker slachtoffer worden van geweld binnen hun eigen huiselijke kring, vaak door een (ex-)partner.

Maar femicide als begrip is nog in ontwikkeling. “Begrip begint namelijk met goeie data”, daar is van Breen van overtuigd. Maar aan slechte data is er een overvloed benadrukt van Breen, “en niet alleen over femicide”.

Van Breen is ervan overtuigd dat de femicide monitor een stevige basis kan bieden voor zowel het maatschappelijke debat als de verdere ontwikkeling van kennis over het fenomeen. “Daarom denk ik dat het heel belangrijk is dat de femicide monitor er komt”.

De onderzoekers hopen begin volgend jaar met het project te kunnen starten, maar dat hangt deels af van de financiering. Het doel is om 15.000 euro op te halen vóór het einde van het jaar. Iedereen die wil bijdragen aan de totstandkoming van de Femicide Monitor kan doneren via https://www.steunleiden.nl/project/femicide-monitor.

Advertentie

Interview Leiden Maatschappij


Studio
Sisalbaan 13
2352 AZ Leiderdorp

E-mail
redactie@centraalplus.nl

Telefoon Redactie
071 - 5425160

Privacy Policy

×