Leiden krijgt op 14 april een nieuwe stadsdichter, vijf kandidaten zijn nog in de race, ieder met een eigen stijl, stem en verhaal. In deze reeks maken we kennis met de kandidaten. Wat bracht hen tot de poëzie? En wat maakt dit genre zo bijzonder voor hen?
Al op jonge leeftijd ontdekte Yvonne Achterkamp de magie van taal. “Zo was ik op het schoolplein al woorden op elkaar aan het rijmen”, zegt ze lachend. “Ik vond klanken heel erg interessant.” Wat begon als kinderspel groeide uit tot een diepe liefde voor poëzie – en nu staat ze op de shortlist om stadsdichter van Leiden te worden.
Van klank naar voordracht
Achterkamp verhuisde 22 jaar geleden naar Leiden voor haar studie, maar geboren en getogen is ze in Apeldoorn. “Toch voel ik mij meer Leidenaar”, voegt ze er met een glimlach aan toe. In haar studententijd begon ze actief op te treden en raakte ze vooral betrokken bij slam poetry.
Haar liefde voor dichten bleef, maar het schrijven raakte op de achtergrond toen ze bij de politie ging werken, in het opsporingsteam. “Het leek mij toen niet handig dat mijn hoofd overal kwam te staan.” Toch liet de poëzie haar nooit helemaal los. “De afgelopen jaren kwam daar veel meer ruimte in.” Ook haar nieuwe baan zorgde dat er meer ruimte kwam voor taal en dichten. En met die ruimte kwamen ook nieuwe inzichten. “Zo kwam ik erachter dat gedichten helemaal niet hoefden te rijmen”, zegt ze lachend.
Poëzie met beide benen in de stad
Het verlangen om stadsdichter te worden, leeft al langer. “Ik hou ervan om op het podium te staan en om mensen te raken en ze aan het denken te zetten.” Voor Achterkamp gaat het stadsdichterschap over meer dan woorden: het is een manier om verbinding te creëren in de stad. “Naast dat ik graag over het Leidse centrum wil dichten, zou ik mij ook meer willen richten op de wijken. Daar mag van mij weer aandacht naartoe gaan.”
Haar betrokkenheid bij de stad is tastbaar. “Zo vertellen de gebouwen verhalen en vertellen ook de kleine details verhalen.” En die verhalen wil ze vangen, ook op plekken waar zelden wordt gekeken. “Ik ben vrijwilliger geweest bij Dierentehuis Stevenshage. Het lijkt me mooi om de verhalen daar te vangen, om wat meer in de vrijwilligersinitiatieven en buurthuizen te kijken.”
Tussen actualiteit en kwetsbaarheid
Actualiteit speelt een grote rol in haar werk. “Ik zou de geschiedenis, actualiteit en toekomst willen knopen met woorden en daarmee de kleine en grote verhalen vertellen.” Ook onderwerpen als telefoongebruik raken haar. “Ik ben zelf ook schuldig aan het telefoongebruik, maar mensen zijn daardoor wel meer naar binnen gekeerd.” En duurzaamheid? “Dat is voor mij een belangrijk thema.”
Zware onderwerpen gaat ze niet uit de weg. “Ik durf confronterende onderwerpen aan te snijden.” Zo schreef ze een gedicht over het overlijden van haar vader. “Bij het voordragen van dat gedicht moet iemand altijd wel een tissue erbij pakken.” Voor Achterkamp hoort ook de dood bij het leven.
Yvonne Achterkamp draagt één van haar gedichten voor.
Verwondering en rauwe randen
Sinds ze bij de laatste vijf kandidaten hoort, kijkt ze anders naar de stad. “Er mag echt meer aandacht zijn voor de rauwe randjes”, benadrukt ze. “Het hoeft niet altijd om parels, goud, unicorns en regenbogen te gaan.” Ze wil juist ook de andere kant laten zien – de rauwe kant van Leiden.
“Ik ben ook altijd benieuwd hoe andere dichters te werk gaan”, zegt ze. Nieuwsgierigheid is dan ook een belangrijke drijfveer. En hoop ook. “Ik hoop dat ik met mijn woorden de stad kan brengen wat die nodig heeft op de juiste momenten.”
Op 14 april wordt duidelijk wie de nieuwe stadsdichter van Leiden wordt. Of ze die titel straks draagt of niet, Achterkamp heeft met haar teruggevonden stem al iets bijzonders neergezet: poëzie die schuurt, opent en verbindt.
Cultuur Interview LeidenTelefoon Redactie
071 - 5425160