Wytze en Danny zijn familierechercheur en familieagent bij de politie-eenheid Den Haag. Het ‘slechte nieuws’ van een dierbare die overleden is, brengen ze niet, maar heel snel daarna komen ze in beeld bij nabestaanden of slachtoffers voor begeleiding vanuit de politie.
“Ik probeer min of meer een duurzame band op te bouwen met de familie en ben dan het enige aanspreekpunt van de politie voor ze”, legt Wytze uit. “Dus ik ben een soort liaison tussen het onderzoeksteam, communicatie en andere afdelingen van de politie aan de ene kant, en de familie aan de andere kant. De familieleden hoeven mij maar aan te spreken en ik ga het uitzoeken voor ze.”
Hij gaat verder: “Nabestaanden willen altijd weten wat de doodsoorzaak van iemand die om het leven gekomen is. Dat wordt vaak achtergehouden door een onderzoeksteam, omdat het mogelijke daderwetenschap is. Wij blijven dan als een soort luis in de pels bij dat team vragen of ze het al weten en of we het kunnen delen.”
Emotioneel zwaar belastend
Het werk van Danny en Wytze kan emotioneel zwaar belastend zijn, dus een zaak weigeren mag. “Ik zat eens op een zaak met een aanrijding waarbij er een jonge dame in het spel was”, vertelt Danny. “Op één of andere manier voelde ik dat het niet lekker zat en ik ben er niet mee verder gegaan. Ik kon die mensen niet alles bieden en je wil er voor de volle honderd procent zijn. Als het te lastig wordt, dan moet je het vooral niet doen. Daar is onderling begrip voor.”
Eén van de laatste zaken waar Danny bij betrokken was, is het overlijden van de 13-jarige Raphaël bij een verkeersongeval in Zoeterwoude op zaterdag 15 februari. “Dat is natuurlijk gewoon een heel zware zaak, waarbij je alles voor die mensen wil doen. Ik probeer voor mezelf altijd een beetje te relativeren hoe zwaar het is. Ik kan die mensen helpen en zij hebben het veel zwaarder. Dat hou ik mezelf altijd voor.”
Wat in Zoeterwoude ook meespeelt, is dat het een ‘klein, betrokken dorp’ is, benadrukt Danny. “Wanneer een zaak in een hechte gemeenschap is, is het altijd moeilijker. Want dan heb je veel ruis van buitenaf, van mensen die iets hebben gehoord, die iets willen melden. Dat is in een hechte gemeenschap altijd anders dan in een grote stad.” De agent en rechercheur doen het werk nu respectievelijk twee en vier jaar. Danny naast zijn baan als wijkagent in Leiden en Wytze zit bij de regionale recherche van de eenheid Den Haag.
Een belangrijk verschil in hun taken is dat rechercheurs worden ingezet bij kapitale delicten: moord, doodslag of bijvoorbeeld ernstige verkrachtingen. En familieagenten als het gaat om (dodelijke) verkeersongelukken, vermissingen en onder meer zelfdodingen.
‘Wil de familie dit wel weten?’
Om betrokkenen te helpen, moet je volgens Danny een verbinder zijn, en goed kunnen aanvoelen hoe je iets overbrengt aan iemand. “En je moet goed kunnen luisteren. Je hebt heel snel de neiging om te gaan reageren en dat vond ik echt wel heel lastig in het begin, want ik praat nogal graag. Maar luisteren is echt heel belangrijk.” Wytze vult aan: “Als rechercheur heb je de neiging om bij het onderzoeksteam door te vragen over alles. Hoe weet je dat dan? Hoe komt dat dan? Hoe zag je dat dan? Nu moet ik mezelf een beetje intomen. Je waarschuwt het onderzoeksteam dat alles wat ze mij vertellen ik ook aan de familie ga vertellen. Maar je moet dus ook bij jezelf een beetje te rade gaan: wil de familie dit wel echt weten?”
“Het werk geeft op een heel gekke manier je energie”, vervolgt hij zijn verhaal. “Die mensen zitten op dat moment in de duisterste put van hun leven. En dan ben jij dat ene lichtpuntje wat dan het nog haalbare gaat halen voor ze. Er is heel veel dankbaarheid en het feit dat je ze kan helpen, geeft een enorme voldoening.”
Of er zaken zijn die hem zijn bijgebleven? “We hebben vaak langdurig contact, waardoor je die mensen op den duur goed leert kennen en daardoor onthoud je eigenlijk elke zaak wel. Maar wat me altijd bijblijft, is het lichaam teruggeven aan de familie”, besluit Wytze.
Maatschappij ZoeterwoudeTelefoon Redactie
071 - 5425160