(Foto: Jennifer Wijnen)

Een vergeten naam, een blijvende herinnering: het spoor van Suzanna Ikkersheim

Bij toeval deed oud-burgemeester Liesbeth Bloemen een opmerkelijke ontdekking: er is tijdens de Tweede Wereldoorlog één Joodse vrouw vanuit Zoeterwoude gedeporteerd naar concentratiekamp Sobibor. Haar verhaal bleek onbekend, ze werd niet genoemd tijdens de jaarlijkse herdenking en stond ook niet op de gedenksteen bij het gemeentehuis. Bloemen, op dat moment burgemeester van het dorp, kwam het verhaal van Ikkersheim op het spoor toen, tien jaar geleden, haar naam viel tijdens de dodenherdenking in de Pieterskerk in Leiden. Het liet haar niet meer los.

Het was een zondag, eind april 2015. Bij binnenkomst kregen alle aanwezigen een boekje overhandigd met de namen van Joodse slachtoffers uit de regio. Bloemen bladerde er nietsvermoedend doorheen, tot haar oog viel op het kopje met Zoeterwoude. Haar blik bleef hangen op de naam Suzanna Ikkersheim. Een in Den Haag geboren Joodse vrouw, die tijdens de oorlog in Zoeterwoude had gewoond. Bloemen was verbijsterd. Hoe kon het dat deze naam niet bekend was? Tweeënzeventig jaar na haar dood kwam plots aan het licht dat ook haar gemeente direct door de Holocaust was geraakt.

De naam liet haar niet meer los. Wie was dit meisje? Bloemen besloot op onderzoek uit te gaan. Samen met medewerkers van het Regionaal Archief dook ze het verleden in — het tragische leven van het meisje tegemoet.

Wie was Suzanna Ikkersheim?
Suzanna Ikkersheim werd geboren op 21 augustus 1920 in Den Haag. Kort voor haar negende verjaardag overleed haar moeder. Niet lang daarna hertrouwde haar vader met een katholieke vrouw, waarna het hele gezin zich tot het katholicisme bekeerde. Bloemen vermoedt dat de band met haar stiefmoeder moeizaam verliep. “Ik denk dat ze op een gegeven moment een beetje onhandelbaar werd voor haar tweede moeder, maar dat is interpretatie”, zegt ze voorzichtig.

Het zou zomaar kunnen dat er een kern van waarheid zit in die gedachte. Op haar zestiende wordt Ikkersheim namelijk naar klooster De Goede Herder gebracht, een door nonnen geleid internaat waar meisjes en jonge vrouwen via de kinderbescherming werden geplaatst. Veel van hen kwamen uit arme milieus of problematische thuissituaties — vaak meisjes die als ‘moeilijk’ of ‘onhandelbaar’ werden bestempeld.

Het leven in het klooster was allesbehalve vredig. In de wasserijen en naaiateliers moesten de meisjes onder dwang werken, vaak onder zware en uitzichtloze omstandigheden. Ook Suzanna werkte daar hoogstwaarschijnlijk, zo stond ze geregistreerd als ‘naaister’.

Bloemen vraagt zich af of de bekering van het gezin ook een poging was om aan de dreiging te ontsnappen. “Misschien dachten ze dat het veilig zou zijn in een katholiek klooster”. Maar dat bleek niet zo te zijn.

In mei 1943, zeven jaar na haar komst naar het klooster, werd Ikkersheim opgepakt. Samen met haar broer werd ze eerst naar kamp Vught gedeporteerd. In juli volgde de overplaatsing naar Westerbork. Slechts drie dagen later werd ze op transport gezet naar Sobibor. Drie dagen daarna, op 9 juli 1943, werd de toen 22-jarige Suzanna vermoord in de gaskamers van het Poolse concentratiekamp.

De ontdekking liet Bloemen niet onberoerd. “Ik vond het best emotioneel”, vertelt ze. Maar haar verdriet sloeg om in daadkracht. Ze wilde dat ook Suzanna werd herdacht in haar gemeente. “Als je mensen uit Zoeterwoude herdenkt die door de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen, dan moet je ook degene eren die je jaren later pas ontdekt”.

En dat gebeurde. Op 4 mei 2016, iets meer dan een jaar na de ontdekking, onthulde Bloemen tijdens de dodenherdenking een nieuwe gedenksteen in het gemeentehuis van Zoeterwoude — met daarop de naam van Suzanna Ikkersheim. Tijdens deze onthulling was ook familie van Ikkersheim aanwezig, Dit waren kinderen van haar halfbroers en zussen, kinderen van haar vader en zijn nieuwe vrouw.

Uit de vergetelheid gehaald
Voor Bloemen was het allerbelangrijkste dat Suzanna Ikkersheim uit de vergetelheid werd gehaald. “Pas als de naam van iemand nooit meer wordt genoemd, of er nooit meer aan die persoon wordt gedacht, dan is diegene pas écht dood”, zegt ze.

Verhalen zoals dat van Suzanna maken iets als de Holocaust, dat voor velen abstract blijft, ineens schrijnend tastbaar. Volgens Bloemen is het daarom essentieel om dit soort verhalen te blijven herinneren — zodat ze blijven bestaan, maar ook blijven voortleven. Wanneer ze langs de gedenksteen loopt, spreekt ze vaak zachtjes Suzanna’s naam uit. En ze hoopt dat meer mensen dat zullen doen.

Op die manier blijft Suzanna voortleven in de gedachten van mensen — en herinnert haar verhaal er tegelijkertijd aan dat er talloze anderen zijn zoals zij. “Dit is duizenden Nederlanders overkomen, en miljoenen mensen wereldwijd,” zegt Bloemen.

Het is volgens haar van groot belang dat zulke verhalen blijven bestaan. Ze maken mensen bewust van de gruwelijkheden waartoe de mens in staat is. “Elke keer vraag je je af: hoe kan het dat mensen elkaar dit aandoen? Hoe kan het dat we zulke beesten kunnen zijn voor andere mensen? Wat zegt dat over ons als mens?”

Verhalen zoals dat van Suzanna Ikkersheim zetten aan tot nadenken — en dat is precies wat Bloemen wil. Ze hoopt dat ook toekomstige generaties deze verhalen meekrijgen, zodat ze de schaduwzijde van de geschiedenis blijven zien. Juist zodat het niet nog eens gebeurt.

“Je moet proberen in vrede te leven”, besluit ze. “En niemand is belangrijker dan een ander”.

Advertentie

Maatschappij Zoeterwoude


Studio
Sisalbaan 13
2352 AZ Leiderdorp

E-mail
redactie@centraalplus.nl

Telefoon Redactie
071 - 5425160

Privacy Policy

×