Een goedgevulde tribune, stevige discussies in de raadzaal en hoorbaar gemor vanaf de publieke stoelen – dat typeerde donderdagavond de behandeling van het omstreden bouwplan aan de Jan Evertsenlaan 2. Hier moet een nieuw gezondheidscentrum verrijzen met daarboven circa 40 appartementen. De plannen zorgen al langere tijd voor verdeeldheid. Tijdens de raadsvergadering klonk zowel steun als scherpe kritiek – vanuit de raad én vanuit de buurt.
Het is niet zomaar een plan; het voorziet namelijk in de sloop van het huidige, verouderde gezondheidscentrum en de bouw van een modern zorgcomplex van maar liefst 900 m², gecombineerd met bovengelegen appartementen. Deze woningen zijn bedoeld voor senioren en het gaat om een mix van sociale huur, midden huur en vrije sector.
Op het eerste gezicht lijkt het een strak plan: een eigentijdse vervanger voor een afgeschreven pand, en nieuwe woningen die bijdragen aan het verminderen van de woningnood. En tóch zorgt het plan voor verdeeldheid. Met name de bouwhoogte, het verdwijnen van groen en het moeizame participatieproces zijn grote knelpunten voor bewoners en raadsleden.
Hoogbouw en groen zorgen voor frictie
Voor veel omwonenden is vooral de bouwhoogte een doorn in het oog. Om voldoende woningen én het gezondheidscentrum op het relatief kleine perceel te kunnen realiseren, is gekozen voor een gebouw met meerdere verdiepingen. Het gebouw krijgt een hoogte van 16 meter voor het hoofdgebouw en 13 meter voor de vleugel. Dit betekent dat het gebouw hoger wordt dan de flats in de nabije omgeving.
Voor veel omwonenden verandert daarmee niet alleen het aanzicht van de buurt, maar ook hun leefgenot.
“16 meter, dat komt net boven de schoorstenen van de flats uit, en dat wringt”, aldus CDA-raadslid Bart van Horck. Zijn opmerking over “bouwen dat past in de omgeving” leidde tot rumoer op de tribune – illustratief voor het ongemak in de buurt.
De spanning beperkt zich niet tot de hoogte. Ook het groen, of beter: het verdwijnen ervan, ligt zwaar. Voor de aanleg van parkeerplaatsen wordt een groot stuk groen opgeofferd. Een groendak moet dat verlies deels compenseren, maar volgens buurtbewoners en raadsleden is dat geen volwaardig alternatief.
“Juist in dit stukje Noord-Hofland, waar al veel groen is verdwenen, moeten we beschermen wat we nog hebben”, stelde GroenLinks-raadslid Conny van der Krogt. Samen met PvdA en SP diende zij een amendement in dat het college oproept het aantal parkeerplaatsen te herzien. Het parkeerbeleid biedt ruimte om gebruik te maken van restcapaciteit in de buurt – iets wat volgens de indieners nauwelijks is onderzocht.
Verder werd in de raad herhaaldelijk door meerdere raadsleden verwezen naar amendement 203, dat op 25 mei 2023 door de gemeenteraad werd aangenomen en waarin het uitgangspunt ‘groen blijft groen’ is vastgelegd. Dit amendement stelt dat bestaand openbaar groen behouden moet blijven, of – indien dat niet mogelijk is – volwaardig gecompenseerd moet worden binnen het plangebied.
Dat principe zou nu worden geschonden. “Het college wist al langer dat dit amendement niet uitvoerbaar was, maar meldt dat pas nu aan de raad”, zei PvdA’er Arnold Posthuma. SP’er Erik Maassen voegde toe: “We moeten erop kunnen vertrouwen dat het college zich aan de kaders houdt.” Verrassend genoeg kregen de heren ook steun van de VVD: “Een groendak is geen echte groencompensatie”, aldus Bart Lavrijssen.
Opvallend was de discussie over de parkeernorm. Wethouder Van der Elst stelde dat meer sociale huur leidt tot meer parkeerbehoefte – en dus minder ruimte voor groen. SP’er Erik Maassen bestreed dit: juist bij vrije sectorwoningen geldt een hogere parkeernorm. Minder vrije sector betekent volgens hem minder parkeerdruk – en dus ruimte voor groenbehoud.
Participatieproces onder vuur
En dan is er nog het participatieproces. Sinds eind 2022 zijn er drie bewonersavonden georganiseerd en kwam een klankbordgroep bijeen. Maar of dat als échte participatie werd ervaren, is de vraag. “We hebben ons uiterste best gedaan om bewoners serieus te nemen”, zei wethouder Hans van der Elst. Gelach en een “echt niet!” vanaf de publieke tribune maakten duidelijk hoe dat werd ontvangen.
Van der Elst blijft echter volhardend. Volgens de wethouder is er tijdens het participatieproces “uitgebreid gecommuniceerd” over het feit dat sommige initiële uitgangspunten, zoals het behoud van al het groen, niet haalbaar bleken. Ondanks aanhoudende kritiek vanuit de raad houdt hij vol dat het college “zijn uiterste best heeft gedaan om naar omwonenden te luisteren”.
Raadsleden vroegen zich hardop af welke lessen het college hieruit trekt. “Niet alleen de manier waarop bewoners zijn betrokken, maar ook hoe er met onze kaders is omgegaan, roept vragen op”, aldus Maassen. Lavrijssen onderschreef dat: “Als je ziet hoe die kaders zijn verschoven, is het begrijpelijk dat mensen boos zijn”.
Nood is hoog
Toch erkent vrijwel iedereen dat het plan óók voorziet in duidelijke nood. “Het gezondheidscentrum is aan vervanging toe, daar kunnen we niet omheen”, zei Lavrijssen. En ook Van der Krogt gaf toe: “We weten dat woningbouw nodig is”. Volgens Van Horck gaat het uiteindelijk om het zoeken naar balans tussen belangen die soms simpelweg niet te verenigen zijn.
Ondanks de kritische geluiden werd het raadsvoorstel uiteindelijk unaniem aangenomen. Wel met twee belangrijke amendementen die oproepen tot groenbehoud, heldere grenzen aan bouwhoogte en versterking van de rol van bewoners in het vervolgtraject. “Met de twee amendementen aangenomen is de noodzaak voor betaalbaar wonen in Voorschoten groot”, stelde Maassen. Posthuma stemde “met pijn in het hart” voor: “Het is met deze aanpassingen in ieder geval een verbetering”.
Met de vaststelling van het uitwerkingskader kan de ontwikkelaar verder met de uitwerking van het plan. De komende jaren zullen uitwijzen in hoeverre de gemaakte beloftes over groencompensatie, bouwhoogte en bewonersbetrokkenheid worden nagekomen. Voor veel omwonenden is het vertrouwen in het proces nog broos – de uitvoering zal moeten bewijzen dat hun zorgen serieus genomen zijn.
Telefoon Redactie
071 - 5425160