
De nacht dat een fietser ‘met een rotgang’ van achter werd aangereden door een auto in de Leidse Julianastraat, heeft blijvende littekens achtergelaten. ‘Ik ben nooit bang voor iets geweest. Nu leef ik in angst zodra het donker wordt’, vertelt slachtoffer Peter dinsdag in de Haagse rechtbank.
Verdachte Omar I. (31) ontkent dat hij achter het stuur zat. Het Openbaar Ministerie heeft daar ‘geen enkele twijfel over’ en eist een gevangenisstraf van dertien maanden, waarvan drie voorwaardelijk, ruim twee jaar rij-ontzegging en een contactverbod met het slachtoffer.
Leidenaar I. zou in een BMW hebben gezeten en Peter, een man van middelbare leeftijd, op 1 november 2022 rond 4.30 uur opzettelijk hebben aangereden. Het slachtoffer raakte zwaargewond. Hij liep een klaplong op, minimaal zes gebroken ribben en een scheur in het borstbeen. De man lag vijf dagen in het ziekenhuis.
Gedoofde lichten en hoge snelheid
Peter verklaarde dat hij op bezoek was bij de zus van I. en dat hij geleend geld terugkreeg van haar. “Ik hielp jouw zusje af en toe als ze in de shit zat. Ik wilde niet dat zij uit haar huis werd gezet met haar zoontje. Was dit jouw manier om mij te bedanken voor het helpen van je zus?”, leest de vrouw van Peter voor uit zijn slachtofferverklaring.
“Het slachtoffer hoorde meteen nadat hij op de fiets stapte een motor starten”, vertelt de officier van justitie. “Met gedoofde lichten kwam de auto op hoge snelheid op hem afgereden. Op camerabeelden is te zien dat de man door de lucht vloog. Daarna maakte de bestuurder zich snel uit de voeten en bekommerde zich niet om het slachtoffer.”
Vergissing
Op straat bleef een kentekenplaat achter van de auto. Rond 6.00 uur diezelfde ochtend werd Peter gebeld door iemand, die stelde de dader te zijn. Hij noemde een andere naam dan I. en zei dat de aanrijding een vergissing was. “Het moest een ander zijn”, werd aangegeven in dit gesprek, zei de rechter.
De aanrijding staat op camera. Op de beelden is niet te zien wie de bestuurder is, maar volgens het OM wijst alles erop dat I. achter het stuur zat. Omar I. ontkent alles. “Ik heb niets met dit incident te maken. Ik lag te slapen. Bovendien lagen de sleutels voor het grijpen. Ik wil het hier graag bij laten.”
Bewijs genoeg
Maar het Openbaar Ministerie zegt bewijs genoeg te hebben. Zo stond zijn naam op de koopovereenkomst van de auto en betaalde hij de verzekering. Ook stond het telefoonnummer waarmee het slachtoffer gebeld is op naam van I. “Tot 1 november. Wel heel toevallig dat u precies op de datum van de aanrijding een nieuw nummer nam. Hoe verklaart u dat?”, vraagt de rechter.
De telefoon werd ook door een zendmast aangestraald in de buurt van de aanrijding. Een dag na het incident kocht I. nieuwe kentekenplaten met een vals rijbewijsnummer. En I. werd ook nog herkend op beelden en geïdentificeerd door een medewerker van het garagebedrijf.
Anonieme tip
Een anonieme tipgever meldde bij de politie dat I. de bestuurder was. Zijn motief zou zijn om de drugsdealer van zijn zus iets aan te doen. Na zijn aanhouding zei I. in een afgeluisterd tapgesprek: “Ze zagen niet wie er aan het besturen was. Het kentekennummer heeft het verpest.”
I. geeft geen tekst en uitleg bij vragen van de rechter hierover. Hij blijft keer op keer herhalen ‘dat hij het hierbij wil laten’. Peter hoopte op spijt bij I. “Je hebt een onschuldig persoon proberen dood te rijden en zwijgen doe je niet als je niets gedaan hebt.”
De rechtbank doet later deze maand uitspraak.
112 Leiden MaatschappijTelefoon Redactie
071 - 5425160