Op de hoek van de Hogewoerd met de Koenesteeg woonde in de negentiende eeuw theologiestudent François HaverSchmidt. Zijn kamer bevond zich boven een doodbidder, wiens taak het was om aan huis de nabestaanden in kennis te stellen van een overlijden. Aan de overkant verbleef zijn alter ego de dichter Piet Paaltjens. De studiejaren in Leiden waren voor HaverSchmidt de gelukkigste periode uit zijn leven. Deze stonden in schril contrast met zijn latere moeizame bestaan als dominee. Over de tegenstelling tussen de dichter en de dominee spreekt Bart Vieveen in de Lokhorstkerk op woensdag 28 mei 20.00 uur.
Aanleiding voor deze lezing is de opvoering van het muziektheaterstuk Snikken en Grimlachen op 4 juni 2025 in de Lokhorstkerk.
In zijn voordracht op 28 mei belicht Bart Vieveen de dualiteit tussen de dichter en de dominee aan de hand van diverse fragmenten uit zijn werk. Vooral uit de latere preken blijkt dat HaverSchmidt zijn leven lang de grimmige humor van dichter Paaltjens nodig had om zijn neerslachtigheid de baas te blijven. In zijn studententijd waren beide alter ego’s goed in balans. In die periode bracht de dichter met succes diverse bundels uit, waaronder Snikken en grimlachjes. In de jaren daarna overheerste de melancholie. Als modern en sociaalvoelend predikant vormde HaverSchmidt een buitenbeen in de streng gereformeerde gemeentes waar hij als dominee terecht kwam. Het zorgde ervoor dat hij steeds meer alleen kwam te staan.
Ernstige depressies en twijfel aan zijn geloof en identiteit mondde in 1894 uit in de beslissing een einde aan zijn leven te maken.
Gepubliceerd: 16 mei 2025
Telefoon Redactie
071 - 5425160