Dat de administratie van de spermabank van het LUMC in Leiden een chaos was, werd al in 2004 gemeld. Maar met deze melding is destijds niets gedaan. Dat blijkt uit het eindrapport van een intern onderzoek naar de chaotische administratie van de afdeling. Ook meldingen uit 2019 en 2021 werden genegeerd. Pas vorig jaar werd een onderzoek ingesteld.
Het LUMC kwam in januari van dit jaar zelf naar buiten met de geconstateerde chaos in de administratie. Mensen die vruchtbaarheidsbehandelingen hadden ondergaan bij het ziekenhuis werden opgeroepen om zich te melden. Het onderzoek is nu afgerond.
Chaos
Uit de rommelige archieven blijkt dat bij het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) met kunstmatige bevruchting 102 kinderen zijn verwekt van wie de zaaddonor niet meer is te achterhalen. Bovendien zijn met zaad van negen donoren veel meer kinderen verwekt dan was toegestaan. Een donor heeft 89 nakomelingen. Zaad uit Leiden ging ook naar acht andere klinieken in Nederland.
Maar die cijfers zijn waarschijnlijk niet volledig. De administratie van de afdeling was namelijk echt een enorme chaos. Bij het onderzoek zijn uiteindelijk vijftien mappen met gegevens van donoren gevonden. Maar het is lang niet van iedere donor duidelijk wat er met het zaad is gebeurd en of er dus zwangerschappen uit voort zijn gekomen.
Ontbrekende gegevens
Bij meer dan honderd zwangerschappen is dus niet meer te achterhalen wie de donor is, simpelweg omdat alle gegevens ontbreken. Wel werd duidelijk dat hier ook donoren bijzitten die uiteindelijk meer dan 25 nakomelingen hebben.
In 1977 startte het Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL), de voorloper van het Leids Universitair Medisch Centrum, de spermadonorbank. Die sloot in 2005 de deuren nadat een jaar eerder was besloten dat het ziekenhuis ermee zou stoppen. Volgens de gegevens die nu bekend zijn, werden in die periode 1173 kinderen verwekt bij 754 moeders. Er zijn 115 donoren bekend.
Onvolledig
Dat de administratie een chaos was en er meer kinderen werden verwekt met zaad van een donor dan mocht, was in 2004 al bekend bij het ziekenhuis. Een voormalig medewerker verklaart aan de onderzoekers dat hij hier toen melding van heeft gemaakt bij zijn afdelingshoofd. Die zou het gaan onderzoeken, maar het lijkt erop dat hier nooit iets van is terechtgekomen.
Een jaar later sloot de spermabank de deuren. In 2018 werd de chaos nog eens duidelijk toen werd besloten het archief te digitaliseren. Er bleken gegevens te ontbreken of onvolledig te zijn. Dat werd gemeld bij het afdelingshoofd in 2019, maar ook toen werd niet ingegrepen. Datzelfde geldt voor een melding in 2021. Pas in 2023 sloeg de Raad van Bestuur aan op een melding en startte het een onderzoek.
Donorpaspoort
Bij het onderzoek zijn de vijftien ordners bestudeerd, maar ook werden andere gegevens gevonden. Het gaat om meer dan honderd intakeformulieren van donoren, ruim zestig donorpaspoorten en negen lege mapjes waar een donorpaspoort in had moeten zitten. Van de in totaal 115 bekende donoren ontbreekt in veertig gevallen zo’n paspoort.
Ook werd duidelijk dat bij lang niet iedere donor werd geregistreerd of het zaad was gebruikt en of dat er een zwangerschap uit voortkwam. Dat geldt ook voor donoren die nu meer dan 25 nakomelingen blijken te hebben. De onderzoekers kwamen ook een oud computerbestand tegen met allerlei getallen waarvan onduidelijk is wat die eigenlijk betekenen.
‘Seksueel geweld’
Het rapport is maandag besproken met betrokken moeders en donorkinderen. Die bijeenkomst was bij vlagen erg emotioneel, zegt Ties van der Meer van Stichting Donorkind. In het rapport zelf staan ook reacties van moeders die niet kunnen geloven wat er indertijd is gebeurd.
“Zij hadden gekozen voor een academisch ziekenhuis omdat zij daar vertrouwen in hadden en nu moeten ze hun kinderen laten weten dat zij vele halfbroers- en zussen delen, of dat dit onbekend is”, tekenen de onderzoekers op.
Verder blijkt dat in veel gevallen de gegevens van de donoren niet kloppen. Dus dat vrouwen soms werden behandeld met zaad van andere donoren dan ze dachten. Dat noemt Ties van der Meer ‘seksueel geweld’. Hij vindt dat heel ernstig.
Transparanter
Van der Meer vindt het wel goed dat het LUMC nu op deze manier naar buiten komt met het onderzoek. “Daarin is het ziekenhuis echt veel opener en transparanter dan andere ziekenhuizen.” Het ziekenhuis blijft vrouwen oproepen om zich te melden als ze twijfels hebben over hun behandeling bij het LUMC. Ook dat vindt Van der Meer goed.
“Hoe het precies heeft kunnen gebeuren, is ondanks inspanningen van het onderzoeksteam en de huidige raad van bestuur niet helder geworden. Maar dat de donorbank van het AZL/LUMC zorgvuldiger haar registratie van donoren, moeders en nakomelingen had moeten bijhouden, is evident”, schrijven de onderzoekers zelf aan het eind van het rapport Een Complexe Nalatenschap.
Leiden MaatschappijTelefoon Redactie
071 - 5425160