Meerdere gemeenten in de regio Leiden en Katwijk willen, samen met Energie Beheer Nederland (EBN) en netwerkbedrijf Firan, een warmtebedrijf opzetten. Minimaal de helft van het bedrijf moet in handen van ‘de overheid’ zijn. Het is een wettelijke voorwaarde die er tevens voor zorgt dat de tarieven laag kunnen blijven.
De gemeenteraden van de betrokken gemeentes moeten nog instemmen. Maar als dat gebeurt, is een belangrijke stap naar een gezamenlijk warmtebedrijf gezet. “We denken dat we in 2027 operationeel kunnen zijn. Dan kunnen we echt beginnen met de eerste warmteprojecten. Bijvoorbeeld in Leiden-Zuidwest, waar we graag warmtenetten willen aanleggen”, legt wethouder Yvonne van Delft uit.
Dat een overheid (deels) eigenaar is van een energiebedrijf is niet nieuw. “Vroeger hadden we dat natuurlijk ook met ons eigen energiebedrijf in Leiden. Maar in deze vorm is het wel nieuw. Dus moeten we goed voorbereid zijn. Hoeveel geld moet er in? Welke investeringen zijn er nodig? Hoe regel je de zeggenschap? Wie gaat waar over?”, vertelt Van Delft.
Warmte aanbieden via een publiek bedrijf, deels in handen van de overheid dus, betekent dat de prijzen voor de gebruikers laag zijn. “We hoeven minder winst te maken dan een commercieel bedrijf. Dat betekent scherpe prijzen en betaalbare energie”.
Uiteraard zitten er ook risico’s aan het investeren in een warmtebedrijf. “Maar het is wel een voorwaarde om de warmtetransitie te kunnen doen. En die is belangrijk omdat als we geen warmte gaan gebruiken om woningen te verwarmen, hebben we nog veel meer elektriciteit nodig dan nu. Dat zorgt voor extra belasting van het net, en dat kan in onze regio gewoon niet. Belangrijk, maar best spannend dus”, sluit de wethouder af.
AUDIO: Verslaggever Elmar Bus in gesprek met wethouder Yvonne van Delft over het opzetten van een publiek warmtebedrijf.
Telefoon Redactie
071 - 5425160
